Straatnamen informatie Abbenbroek

Overzicht straatnamen:

Index

Abtstraat Jacob Bevaartstraat Polderstraat
Achterdijk Jan van Abbenbroekstraat Ring
Achterweg Katerwaalsedijk Rondweg
Achterweg ZZ Kerkplein Schoolstraat
Bleekveld Kerkweg Sterrebos
Boezempad Komweisingel Taludstraat
Capelleweg Kouwenhovenseweg Triangelstraat
De Gorzen Lambert Looystraat Tuinpad
De Kreek Lange boomgaard Vijverstraat
De Vos van Steenwijkstraat Leendert van Peltstraat Voorweg
Dirk Spruitplein Moerseweg Wasastraat
Eeweg Molendijk Wassenaarsestraat
Gemeenlandsedijk Noord Molenstraat Zweedseplein
Gemeenlandsedijk Zuid Nieuwlandseweg Zweedsestraat
Groeneweg Oude Waaldijk .
Haasdijk Oudelandsedijk Voorweg

Een bleekweide, bleekveld of bleek is een kort gemaaide grasweide, die ervoor diende om linnen te bleken. Omdat de begijnen vaak hun inkomsten verdienden door de was te doen voor anderen, was de bleekweide een onmisbaar deel van het begijnhof.

Reeds heel vroeg ontdekte men de kracht van zuurstof bij het 'bleken van linnen'. Na het wassen was het linnen vaak nog gelig en was de geur van het gebruik er niet uit. Het linnen werd echter frisser en bleker, lichter van tint, door het op een grasveld uit te spreiden en te laten drogen. Onder invloed van de zon werden vrije zuurstofatomen gevormd, die zich binden aan het vuil, wat hetzelfde effect geeft als bleken met waterstofperoxide[1]. Daardoor kreeg het linnen een frisse geur en een blanke kleur. Vandaar het woord "bleken".

Tot in de 20e eeuw werden er nog bleekweiden gebruikt in de textielindustrie. Ook thuis legden veel mensen hun was nog op de bleek te drogen.

Bron: Wikipedia

De hooge- en vrye Heerlykheid Abbenbroek', beschrijving en afbeelding van de heerlijkheid Abbenbroek en de vermelding dat de heerlijke rechten toekomen aan de 14-jarige Anthony Hendrik Zwier de Vos van Steenwijk genaamd van Essen, 1798 - 1798. 1 katern.

Dit katern is afkomstig uit: L. van Ollefen, De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver; deel VI (Het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, &c.) (Amsterdam 1798).

...Hendrik Anthonie Zwier baron de Vos van Steenwijk genaamd van Essen vrijheer van Abbenbroek wonende Windesheim bij Deventer...[uit akte van 1819]

Plaats waar de molen gestaan heeft.

[Akten in archief VPR periode 1827-1849]

?? Watermolenaar van een verdwenen achtkante watermolen langs de Oude Waaldijk.
Arie Spuit was ook eigenaar van deze molen....[Niet duidelijk wat juist is]

Inventaris van de boedel in gemeenschap bezeten geweest door Arie Spruit, watermolenaar aan de Oude Waaldijk te Abbenbroek, en zijn aldaar op 10-4-1876 overleden echtgenote Klasina Kwekel. Kinderen: - Geertje Spruit, gehuwd met Pieter Haasdijk, arbeider te Abbenbroek - Jan Spruit, arbeider te Oudenhoorn - Dirk Spruit, als voren - Kornelis Spruit, arbeider te Abbenbroek - de minderjarigen Kornelia Spruit, Jacobus Spruit en Adriaantje Spruit Volgt opsomming van huisraad, kleding en sieraden, vorderingen, contanten en schulden .
Aktenummer: 849
Aktedatum: 13/06/1876
Aard van de akte:     inventaris
Naam notaris: Cornelis Martines Loeff
Toegangsnummer:     110 Notarissen
Inventarisnummer: 8041

Bron: Streekarchief Voorne-Putten-Rozenburg

De 'Ee' was een groot water ten noorden van het huidige Heenvliet.

Gemeenlandse dijk wil zeggen Waterschapsdijk. (Denk aan gemeen=algemeen)

Zie Gemeenlandsedijk Noord.

Vlakbij de kerk staat het Ambachtsherenhuis. Omtrent de ouderdom van dit huis bestaat geen zekerheid. Vóór 1630 werd het huis bewoond door Jacob van Groeneweg, Heer van Abbenbroek. In 1768 werd het gebouwaanzien veranderd. Enige jaren later ging het gebouw over in andere handen.

Bron: www.nissewaard.nl

Haasdijk is een familienaam uit de Abbenbroekse historie.
Jan Haasdijk   melkboer ca. 1860 / Jan Haasdijk vlasboer ca.1858 / Jan Haasdijk abrbeider 1831
Pieter Haasdijk ca.1828 / Arentje Haasdijk ca.1828 / Jacob Haasdijk ca.1861
Arie Haasdijk ca 1860 / etc.
Niet bekend of de dijk naar deze familie is vernoemd. In 1819 had de dijk al deze naam.

Deze straat is niet toegankelijk. Het terrein tegenover het voormalige gemeentehuis is afgesloten en zou bebouwd worden. Door de crisis is het project niet van de grond gekomen.

Er zijn nogal wat 'Jacob Bevaarts' te vinden op het internet.
Er is een Jacob Bevaart Kornelisz., een Jacob Bevaart Isaakz., er is een Abbenbroekse watermolenaar, en een arbeider.

Het vermoeden is dat het vernoemd is naar de watermolenaar van de Hoge molen.
Daar was van 1827-1831 en van 1848-1850 een Jacob Bevaart Watermolenaar.

Gevonden archiefstukken
78 Jacob Bevaart, 1827 - 1831
025 Polder Abbenbroek
Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
Personeel
Vaststelling en vervulling van de dienstbetrekking
Watermolenaar

Stukken betreffende de dienstbetrekking van de watermolenaars van de Hoge molen.

Er was een Jacob Bevaart geboren 15-8-1799, maar zijn vader heette ook Jacob..maar ook zijn zoon heette Jacob (Geboren 23-12-1832).

Bron: http://www.streekarchiefvpr.nl/pages/posts/abbenbroek-tot-15729.php

In het begin van de dertiende eeuw werd Abbenbroek door Graaf Floris IV als heerlijkheid beleend aan de familie die zich vervolgens de Heren van Abbenbroek mocht noemen. De eerste vermelding van een Heer van Abbenbroek stamt uit 1235. Een Jan van Abbenbroek was dat jaar aanwezig bij een steekspel in Haarlem, georganiseerd door Graaf Floris IV.

Eén van de voorwaarden die de Graaf van Holland stelde om de leen te behouden, was een goede verdediging van hun grondgebied. Daartoe begonnen de heren in de laatste kwart van de dertiende eeuw aan de bouw van een kasteel. Het was in feite een versterkte woontoren met een omvang van 6,5 x 6,5 meter. De muren waren maar liefst 1,20 meter dik, zodat de eigenlijke woonruimte slechts 4 x 4 meter was. De toren stond niet op een aarden verhoging, maar was wel omringd door een gracht. Omstreeks 1350 begon Jan Arentsz. Van Abbenbroec aan een uitbreiding van het kasteel, waardoor de gracht gedeeltelijk moest worden gedempt.

Gerrit van Abbenbroek bekleedde in de laatste helft van de vijftiende eeuw de functie van baljuw van Voorne-Putten en maakte als ridder en raad deel uit van de hofhouding van keizer Maximiliaan van Oostenrijk en diens zoon Filips II, de latere Graaf van Holland. Hij behoorde daardoor in de Hoekse en Kabeljauwse twisten automatisch tot het kamp van de Kabeljauwen. Hij leidde in 1481 een campagne tegen de Hoeken aan de Vaart bij Utrecht en werd daarbij krijgsgevangen genomen. Abbenbroek zelf raakte op 4 mei 1489 in de strijd betrokken toen Hoeken het dorp overvielen. Ze namen de graanoogst in beslag en toen de inwoners weigerden te gehoorzamen aan de opdracht om het graan met hun karren en wagens naar Geervliet te brengen, staken de Hoeken het dorp in brand. Hierbij ging het kasteel verloren.

De katerwaal is een na een overstroming achtergebleven wiel(watertje).

Hendrik Anthonie Zwier baron de Vos van Steenwijk genaamd van Essen vrijheer van Abbenbroek wonende te Windesheim bij Deventer verkopt Arie Herweier bouwman wonende Abbenbroek het herenhuis genaamd het huis Abbenbroek met moestuin en boomgaard en daarom gelege nvijvers te Abbenbroek groot 1 gemet 160 roeden en 43 voeten, belend O het kerkhof, W het nagemelde weiland genaamd de Laning, Z het na te melden bos en N het nagemelde elzenbosje en de verkoper, 1 gemet 75 roeden bos gelegen naast het voorgaande perceel genaamd het Sterrebos met de vijver daaraan gelegen, belend O, Z en W het na te melden stuk weiland genaamd de Laning en N de vijver van het vorige perceel, een stuk weiland genamd de Laning liggende achter de 2 voorgaande percelen, groot 1 gemet 235 roeden en 173 voeten, belend O de weg en de vijvers van de vorige percelen, W de vijver van het 2e perceel en de griend van de verkoper, Z de weg en N de vijver van het 2e perceel, de vijver van het na te melden bosje en de boezem, een stuk weiland genaamd de Komwei groot 2 gemeten 169 roeden en 157 voeten, belend O de verkoper en een tuin, W en N het volgende 5e perceel en Z het eerste omschreven perceel en het kerkhof, een elzenbosje met een einde kade groot 1 gemet 17broeden 69 voeten, belend en Z het vorige 4e perceel, Z het hier voorgemelde weiland de Laning en W en N de boezem alsmede het recht van de visserij in voormelde vijvers. De koopprijs bedraagt 5821 gld welk bedrag verkoper van koper heeft ontvangen, waarvoor kwijting bij deze.
Aktenummer: 91
Aktedatum: 28/07/1819
Aard van de akte:     verkoop
Naam notaris: Jan Kloppert Jacobsz
Toegangsnummer:     110 Notarissen
Inventarisnummer: 4756 .

----

Het ten noorden van het herenhuis gelegen terrein, genaamd de Komweide,  ontleent  zijn  naam  aan een vijver,  welke in de eerste helft  van de vorige eeuw nog aanwezig was, een restant van vroegere parkaanleg bij het herenhuis . D e Komweide is bestemd  voor
woningbouw  en bij de aanleg van de riolering  voor  een nieuwe straat is in 1967 een middeleeuwse muur  aangetroffen.
In  februari  werd  enig middeleeuws  metsel werk  gevonden  door leden van de archeologische werkgroep 'De Nieuwe Maas' en kon nog  snel een onderzoek  worden  ingesteld. Dat de tijd  maar  zeer beperkt was, blijkt  uit het feit, dat de heistelling ten  behoeve  van de laatste  huizenblokken  op het terrein  aanwezig was .
De  muurresten  bleken  de overblijfselen  te zijn  van het kasteel van  Abbenbroek,  dat voor  het eerst  vermeld  wordt  in een akte van 28 augustus  1421. Het bestaat  uit een  woontoren,  uitwendig 6,50  x  6,50 m, met  muren  van ruim  1,20 m dikte, zodat het vertrek op de begane  grond  slechts 4 x 4 m groot  was . D e toren is opgetrokken  van bakstenen,  groot  7,6 x  13,5 x  27,5/28,5 cm, gemetseld in vlaams verband . Dit  baksteenformaat,   maar  vooral ook  het metselverband  geven  als datering  het vierde  kwart vande 13de eeuw.

Bron: OUDHEIDKUNDIG  BODEMONDERZOEK  TE  ROTTERDAM  EN OMGEVING  IN  1968
DOOR  C. HOEK

verdwenen Watermolen aan de Kouwenhovenseweg.
Kaart ca.1830 en 2015

Lambert Looy was, evenals Jacob Bevaart en Arie Spruijt Watermolenaars in de polder van Abbenbroek.

Machinist van stoomgemaal in de polder van Abbenbroek.  ca.1895. Echtgenote Willemijntje Beukelman.

Akte uit 1903:

Op 4-3-1903 overleed te Abbenbroek Klaas van Pelt. Zijn kinderen zijn: - Leendert van Pelt, machinist te Abbenbroek - Hendrik van Pelt in Den Helder - Kornelis van Pelt, opzichter op de Marinewerf te Hellevoetsluis - Willem van Pelt, smid te Abbenbroek - Anna Elisabeth van Pelt, geh. met Pleun Koppert, veldarbeider te Rozenburg - Anna van Pelt, geh. met Willem Oosthoek, verver in Den Haag - Neeltje van Pelt, geh. met Leendert de Man, rijtuigmaker in Haarlem. Zij transporteren aan Pieter Burik, koopman te Abbenbroek, een huis met schuur etc. te Abbenbroek aan de Gemeenland

Moerseweg

Stukken land werden laag omdijkt om het veen te winnen.Deze dijken noemde men Moerdijken.

Moerseweg heeft dus waarschijnlijk te maken met een weg door een veen winningsgebied.

Als het veen was gewonnen liet men het vaak weer onder water lopen en als er dan genoeg slib over was gekomen werden en 'Corendijken' om heen geleged. Dit was een veel beproefde methode op Voorne-Putten.

De molenweg is een verlengde van de Molenweg die langs Oudenhoorn loopt.

Mogelijk nog een verwijzing naar een oude verdwenen (water)molen.

In een waterrijk alnbouw gebied stonden vroeger veel molens. De naam was deze redelijk nieuwe straat is waarschijnlijk ontleend aan de ligging achter de molen op de Gemeenlandsedijk Zuid.

Hendrik Anthonie Zwier baron de Vos van Steenwijk genaamd van Essen vrijheer van Abbenbroek wonende te Windesheim bij Deventer verkopt Arie Herweier bouwman wonende Abbenbroek het herenhuis genaamd het huis Abbenbroek met moestuin en boomgaard en daarom gelege nvijvers te Abbenbroek groot 1 gemet 160 roeden en 43 voeten, belend O het kerkhof, W het nagemelde weiland genaamd de Laning, Z het na te melden bos en N het nagemelde elzenbosje en de verkoper, 1 gemet 75 roeden bos gelegen naast het voorgaande perceel genaamd het Sterrebos met de vijver daaraan gelegen, belend O, Z en W het na te melden stuk weiland genaamd de Laning en N de vijver van het vorige perceel, een stuk weiland genamd de Laning liggende achter de 2 voorgaande percelen, groot 1 gemet 235 roeden en 173 voeten, belend O de weg en de vijvers van de vorige percelen, W de vijver van het 2e perceel en de griend van de verkoper, Z de weg en N de vijver van het 2e perceel, de vijver van het na te melden bosje en de boezem, een stuk weiland genaamd de Komwei groot 2 gemeten 169 roeden en 157 voeten, belend O de verkoper en een tuin, W en N het volgende 5e perceel en Z het eerste omschreven perceel en het kerkhof, een elzenbosje met een einde kade groot 1 gemet 17broeden 69 voeten, belend en Z het vorige 4e perceel, Z het hier voorgemelde weiland de Laning en W en N de boezem alsmede het recht van de visserij in voormelde vijvers. De koopprijs bedraagt 5821 gld welk bedrag verkoper van koper heeft ontvangen, waarvoor kwijting bij deze.
Aktenummer: 91
Aktedatum: 28/07/1819
Aard van de akte:     verkoop
Naam notaris: Jan Kloppert Jacobsz
Toegangsnummer:     110 Notarissen
Inventarisnummer: 4756 .

Komend van het dorp Abbenbroek, is de eesrte boerderij op de Voorweg, een 'Wederopbouw' boerderij.
Dat zijn boerderijen die na de oorlog mede met overheidsgeld zijn herbouwd. Het heeft nu huisnr. 1, maar in oude archieven nr. 224. Laatst bekende (tot 2015) bewoner Jacob Van Hennik.

Bron: Cultureelergoed.nl

Na de watersnood in 1953 heeft de gemeente Wassenaar Abbenbroek geholpen.